Heel Spanje, en eigenlijk de hele wereld, keek maandag naar Camp Nou. Daar stonden met FC Barcelona en Real Madrid misschien wel de twee beste teams van Europa tegenover elkaar. Een echte wedstrijd werd het echter nooit. Daarvoor was Barça veel te goed. De Catalanen gaven een prachtige show weg: 5-0.

Helemaal gerust waren ze er vooraf niet op, bij FC Barcelona. Want die José Mourinho, de nieuwe coach van Real, had ze in het verleden vaker dwars gezeten. Barça mocht dan wel de laatste vier wedstrijden tegen Real gewonnen hebben, dat was nog zonder Mourinho. In diezelfde jaren zat de Portugees Barcelona, als trainer van Chelsea en Internazionale, regelmatig dwars. Vorig seizoen nog, in de halve finale van de Champions League. Mourinho won en rende juichend door Camp Nou.

Dat soort taferelen bleven nu uit. In plaats van een sprintend met een arm in de lucht, verliet Mourinho nu met de staart tussen zijn benen Camp Nou. Wat hem met zijn vorige teams regelmatig wel lukte, namelijk het geniale combinatiespel van Barça volledig ontregelen, lukte nu geen moment. Vanaf minuut één kon Barcelona doen en laten wat het wilde. Een prachtig lobje van Lionel Messi op de verre paal in minuut vijf van de wedstrijd was een voorbode van een Catalaans voetbalfeest.

Vijf keer haalde Barça uiteindelijk de trekker over: voor rust via Xavi en Pedro en na rust tweemaal via David Villa en eenmaal via invaller Jeffren Suarez. Vooral doelpunt nummer twee was prachtig. Niet zozeer de goal zelf, een intikker, maar vooral de aanval die er aan vooraf ging. Barça voerde een soort rondo over het hele veld uit, de multimiljonairs van Real Madrid konden niets anders doen dan toekijken en achter de bal aan lopen. Barça vond uiteindelijk een opening bij Villa, wiens voorzet vanaf de linkerkant via de grabbelende armen van Iker Casillas bij Pedro kwam.

Met Villa was direct de man van de wedstrijd genoemd. In de Primera Division was de spits van Spanje dit seizoen nog niet helemaal los, maar tegen Real was hij geweldig. Hij stond op de goede plek om de 3-0 en 4-0 binnen te schieten en omdat er op het moment van de vierde treffer nog ruim dertig minuten te spelen waren, dreigde een monsterscore. Dat werd het niet, maar diep in blessuretijd maakte Barça nog wel een vijfde goal. Invaller Jeffren was de doelpuntenmaker en zorgde er daarmee voor dat dit duel nog jaren in de Catalaanse herinneringen voort zal leven.

Bij Real was de frustratie groot. Sergio Ramos kon zichzelf niet meer beheersen en pakte nog een rode kaart na een schandalige trap tegen de benen van de ongrijpbare Lionel Messi, wat de machteloosheid van Real Madrid symboliseerde.