Het heeft er alle schijn van dat de Europa League-finale dit seizoen een Portugese aangelegenheid wordt. Villarreal, de enige niet-Portugese club in de halve eindstrijd, kreeg donderdag namelijk een flink pak slaag bij FC Porto. De Spanjaarden stonden bij rust nog met 1-0 voor, maar verloren desondanks met 5-1. Radamel Falcao was met maar liefst vier doelpunten de meest hongerige Draak.

Voor rust leek er nog weinig aan de hand voor Villarreal in het volgepakte Estadio De Dragao. Dat drukte Cani ook uit in de score. De Spaanse middenvelder kopte in de toegevoegde tijd van het eerste bedrijf raak op aangeven van Nilmar.

Na de doelwissel nam het duel een andere wending en leek Porto, in de nationale competitie onverslaanbaar en zelfs al kampioen, het tweeluik opeens al voor eigen publiek te willen beslissen. Radamel Falcao kreeg vier minuten na de pauze van de Nederlandse arbiter Bjorn Kuipers een strafschop na een overtreding van Diego Lopez. Het slachtoffer zelf schoot onberispelijk raak: 1-1.

De 2-1 viel ruim tien minuten later en was prachtig. Freddy Guarin dribbelde naar binnen, kapte een Villarreal-verdediger uit, maar schoot op de paal. In de rebound kopte hij alsnog raak. Falcao nam Porto vervolgens aan de hand. De Colombiaanse aanvaller bouwde de overwinning met een glaszuivere hattrick uit tot 5-1.

Het moet dus wel heel gek lopen als Porto de finale niet haalt. Maar Villarreal kan in het eigen El Madrigal dik winnen. Dat bewees het tegen FC Twente (5-1).