FC Barcelona heeft ook zijn tweede wedstrijd in groep G van de Champions League winnend afgesloten. De Catalanen zegevierden dinsdag in Lissabon met 2-0 over Benfica. Twee weken terug waren ze al met 3-2 te sterk voor Spartak Moskou.

Alexis Sanchez zette Barcelona al in de vijfde minuut op voorsprong. De Chileen tikte van dichtbij binnen, na een actie op de linkerflank van Lionel Messi. Vervolgens bleven de bezoekers de bovenliggende partij, al kreeg Benfica wel kansen. Zo moest Victor Valdes kort na de 0-1 redden bij een grote kans van Lima.

Tien minuten na de pauze besliste Cesc Fabregas de wedstrijd. Messi frommelde zich voorbij vier man, bediende Fabregas en zag de oud-speler van Arsenal doeltreffend uithalen. Domper voor Barcelona was het uitvallen van Carles Puyol, een kwartier voor het einde, met een ogenschijnlijk zware armblessure. In de slotfase kreeg Sergio Busquets nog rood vanwege een elleboogstoot. Bij de thuisclub zat de van FC Twente overgenomen Ola John overigens niet bij de selectie.

Gary Hooper had Celtic na dertien minuten nog wel op voorsprong gezet, maar Emmanuel Emenike kantelde met twee goals de score. Bij de laatste treffer gaf Demy de Zeeuw de assist, al leek hij dat in buitenspelpositie te doen. Keerpunt was de rode kaart van Spartak-speler Juan Manuel Insaurralde in de 63ste minuut, voor het neerhalen van de doorgebroken Hooper. Met een man meer wist Celtic vervolgens zijn eerste uitzege ooit in de Champions League af te dwingen, door toedoen van Dmitri Kombarov (eigen goal) en Georgios Samaras (ex-SC Heerenveen). Laatstgenoemde scoorde in blessuretijd met het hoofd.

Na twee speeldagen gaat Barcelona aan kop met zes punten. Celtic staat tweede met vier punten, gevolgd door Benfica (één punt) en het nog puntloze Spartak Moskou.