Het scheelde weinig, maar weer ging Italië donderdag onderuit tegen Spanje. Een herhaling van de EK-finale van vorig jaar, toen Spanje simpel met 4-0 won, was het echter niet. Ditmaal moest de regerend wereldkampioen tot het gaatje gaan.

"We gingen de wedstrijd met vertrouwen in, want we wisten dat we onszelf niet waren in die EK-finale", zegt de Italiaanse centrumverdediger Giorgio Chiellini. "Dat we toen zo zwak voor de dag kwamen had ook te maken met het gekke speelschema. We hadden maar drie dagen tussen de halve finale en de finale. We waren er zeker van dat we nu een goede partij konden spelen en eigenlijk ging het nog beter dan verwacht. Als één team de overwinning verdiende vandaag, waren wij het", vindt hij.

"Bij rust hadden we eigenlijk al 2-0 voor moeten staan", vervolgt de verdediger van Juventus. "Natuurlijk speelt, naarmate de wedstrijd vordert, het conditionele aspect een rol en word je kapot gespeeld door mannen als Iniesta. Ik snakte naar het laatste fluitsignaal, zeker omdat de hitte verschrikkelijk was. Ik kon amper normaal ademen."

Chiellini geeft toe dat de uitschakeling hem flink dwars zit. "We kunnen dit duel met opgeheven hoofd verlaten, maar we hadden moeten winnen. Dat is frustrerend."