Borussia Dortmund heeft in Duitsland de eerste prijs van het seizoen gegrepen. Twee maanden na de verloren Champions League-finale tegen Bayern München nam de ploeg van trainer Jürgen Klopp enigszins wraak door de nationale Supercup te winnen: 4-2. Arjen Robben verzorgde de gehele productie van de Rekordmeister.

De nieuwe trainer Pep Guardiola kon bij Bayern wegens blessures niet beschikken over Manuel Neuer en Franck Ribéry. Na zes minuten spelen liet vooral het gemis van de betrouwbare sluitpost zich ernstig voelen. Na een slippertje van reservegoalie Tom Starke opende Marco Reus de score. Robben toonde in Westfalenstadion zijn waarde door het evenwicht kort na de pauze te herstellen. De Oranje-international had succes met een kopbal.

Lang kon Bayern echter niet van het doelpunt genieten. Daniël Van Buyten werkte de bal knullig met zijn hoofd in eigen doel. Een minuut later leek Ilkay Gündogan al voor de beslissing te zorgen door de 3-1 te scoren. Robben tekende echter voor de aansluitingstreffer, door uit de draai raak te schieten. Opnieuw was aanvoerder Philipp Lahm de aangever. Met zijn tweede van de avond gooide Reus het duel vlak voor tijd alsnog in het slot.