Estland-bondscoach Tarmo Rüütli zag gisteren dat de Estse nationale ploeg voor een verrassing zorgde tegen het Nederlands elftal. Estland wist Oranje op een 2-2 gelijkspel te houden en stond voor het ingaan van de blessuretijd zelfs met 2-1 voor. Robin van Persie benutte een strafschop in de slotfase, waardoor er een 2-2 eindstand op het scorebord zou staan na afloop van de wedstrijd.

Voor Estland is het zonder twijfel een prestatie van formaat. Toch geeft bondscoach Rüütli tegenover het Estse Postimees aan dat hij dubbele gevoelens aan de wedstrijd heeft overgehouden: "Met de spanning nog in je lijf is het lastig te zeggen of blijdschap of teleurstelling overheerst. Het maakt niet uit wie de tegenstander is. Wanneer je een overwinning uit handen geeft, ben je nooit gelukkig. Als we voor het duel hadden kunnen tekenen voor een punt, dan hadden we dat echter gedaan."

Over de gegeven strafschop had de coach overigens veel twijfels: "Piiroja zei dat hij de bal speelde en het totaal niet eens was met de beslissing. Een aantal van onze spelers raakte vervolgens over de kook. Maar als we binnenkort achterover leunen en terugkijken, dan zullen we trots moeten zijn op deze wedstrijd.".

Nederland is op papier een veel beter voetballende ploeg dan Estland. Dat besef had de Estse ploeg, waardoor de Esten volgens Rüütli geprobeerd hebben om momenten af te wachten en vervolgens toe te slaan: ''Het tempo lag ontzettend hoog en wij hadden geen kans om iets terug te doen. We moesten geduldig zijn en hoopten op die ene kans. Dat pakte goed uit."