De Italiaanse titel is bijna binnen voor Juventus. Door twee doelpunten van Fernando Llorente won de Oude Dame maandag voor eigen publiek met 2-0 van Livorno. Met nog zes wedstrijden te gaan heeft Juventus nu een voorsprong van acht punten op AS Roma, de eerste achtervolger.

Het was even schrikken voor iedereen in Turijn, vorige week zondag. Na 22 wedstrijden zonder nederlaag ging het mis in San Paolo, het stadion van Napoli. Juventus verloor met 2-0, onder meer door één doelpunt van oud-PSV'er Dries Mertens. Een gevoelig tikje voor Juventus, al had de nederlaag nog weinig gevolgen. De voorsprong van de ploeg uit Turijn op de concurrentie was immers nog altijd geruststellend.

Maar toch, er moest iets worden rechtgezet. Dat gebeurde maandag, in eigen huis tegen degradatiekandidaat Livorno. Twee oplevingen van Fernando Llorente, binnen drie minuten van elkaar, bleken voor de thuisploeg voldoende om de wedstrijd te beslissen. De Spaanse aanvaller rondde na ruim een half uur een prima actie van collega-spits Carlos Tevez af, enkele minuten later kopte hij een corner laag in de hoek.

Door de zege op Livorno is de voorsprong van Juventus op nummer twee Roma, dat zondag met 1-3 van Cagliari won, opgelopen tot acht punten. Napoli, dat derde staat, heeft twintig punten minder dan de ploeg uit Turijn. Met nog zes duels te spelen kan een plek bij de eerste twee Juve dus al niet meer ontgaan.

Clarence Seedorf boekte met AC Milan een zwaarbevochten overwinning op Genoa. Door doelpunten van Adel Taarabt en Keisuke Honda, zijn eerste in de Serie A, werd het 1-2 voor de ploeg uit Milaan. Het is de derde zege op rij voor Milan, dat hierdoor weer voorzichtig mag hopen op een plek in de Europa League. Bij Milan begon Mario Balotelli op de bank, hij kwam een kwartier voor tijd als invaller in de ploeg. Nigel de Jong had een basisplek op het middenveld en maakte de negentig minuten vol, Urby Emanuelson bleef op de bank.