Atlético Madrid en Chelsea hebben elkaar op een gelijkspel gehouden in de eerste halve finale van de Champions League. De twee outsiders voor de hoofdprijs kwamen in een weinig verheffende wedstrijd niet tot scoren. Met die uitslag toonde vooral Chelsea zich tevreden. Over een week volgt de return op Stamford Bridge.

Dat het duel nauwelijks spektakel wist te bieden, kwam vooral door de opstelling van Chelsea. De Champions League-winnaar van 2012 speculeerde in Estadio Vicente Calderón vooral op de counter. Manager José Mourinho had, niet geheel verrassend, voor een defensieve tactiek gekozen. Met David Luiz en Jon Obi Mikel posteerde de Portugees twee 'brekers' op het middenveld. Tijdens de aanvalspogingen van Atlético stonden de Londenaren geregeld met zeven man in het eigen strafschopgebied.

In het elftal van Chelsea was geen plaats voor Nederlanders. De van langdurig blessureleed herstelde Marco van Ginkel en Nathan Aké waren door Mourinho meegenomen naar Spanje, maar de middenvelder en verdediger bekeken de volledige wedstrijd vanaf de bank. Door blessures van Samuel Eto'o en Eden Hazard was er in de spits wel een plekje vrijgekomen voor Fernando Torres. 'El Niño' keerde terug op bekend terrein, want in de periode 2001-2007 kwam hij uit voor Atlético.

Frank Lampard ontsnapte in de slotfase nog aan een rode kaart. De middenvelder van Chelsea toucheerde de bal doelbewust met zijn arm en had zijn tweede gele prent van de avond moeten krijgen. Scheidsrechter Jonas Eriksson spaarde hem echter. Lampard is, evenals zijn ploeggenoot Mikel, door zijn ene gele kaart desondanks wel geschorst voor de return.