Vier spelers die deel uitmaken van de voorlopige WK-selectie van Oranje, reizen volgende week niet met bondscoach Louis van Gaal mee naar Portugal. Het viertal moet het trainingskamp in de Algarve missen omdat ze met Jong Oranje EK-kwalificatiewedstrijden gaan spelen tegen Jong Schotland en Jong Luxemburg. Het gaat om Jean-Paul Boëtius, Tonny Vilhena, Quincy Promes en Karim Rekik.

Vilhena ontbrak donderdag al op het trainingsveld van Oranje in Hoenderloo en ook Boëtius, Promes en Rekik sluiten de komende dagen aan bij Jong Oranje. "Alleen voor de training van vanavond keren ze nog terug, omdat ik dan elf tegen elf kan spelen", legde Van Gaal uit. Dat Vilhena, Boëtius, Rekik en Promes niet mee gaan naar Portugal, en ook niet in actie komen in de oefenwedstrijd tegen Ecuador van komende zaterdag, zegt volgens de bondscoach niets over hun kansen op een plekje in de WK-selectie. "Het is een afvalrace. Maar door goed te spelen bij Jong Oranje, kunnen deze spelers hun plek in de selectie voor Brazilië bemachtigen."

Door de opmerkelijke beslissing van Van Gaal, die het naar eigen zeggen belangrijk vindt om Jong Oranje 'sterk te maken', bestaat de selectie van Oranje voor de wedstrijd tegen Ecuador uit slechts zeventien internationals, inclusief vier keepers. Iemand als Memphis Depay, die ook voor Jong Oranje uit mag komen, blijft wel bij de groep. "Want hij gaat spelen tegen Ecuador. Maar nu heb ik eigenlijk al te veel gezegd", verklapte Van Gaal.

Na de wedstrijd tegen Ecuador, als Oranje naar Portugal gaat, sluiten nog vijf internationals aan die momenteel nog clubverplichtingen hebben. In totaal gaat Van Gaal zodoende met een 26-koppige groep naar de Algarve.