Met drie punten in de eerste drie competitiewedstrijden begon Real Madrid moeizaam aan het nieuwe seizoen, maar inmiddels lijkt de formatie van coach Carlo Ancelotti warmgedraaid. De Champions League-houder zegevierde zaterdag in de vierde speelronde van La Liga met 2-8 bij Deportivo la Coruna. Eerder deze week werd FC Basel in de Champions League al met 5-1 verslagen.

Cristiano Ronaldo was met drie doelpunten de grote man bij Real Madrid. De Portugees opende in de 29ste minuut de score met een fraaie kopbal. Vier minuten voor de rust maakte Ronaldo er met zijn tweede 0-3 van. Deportivo-keeper German Lux kwam ver zijn doel uit en haalde Karim Benzema daarbij onderuit, maar de scheidsrechter paste goed de voordeelregel toe. Daarvan profiteerde Ronaldo. Vijf minuten eerder had James Rodriguez met een prachtig afstandsschot al voor de 0-2 getekend.

Zes minuten na de pauze dacht Deportivo terug in de wedstrijd te komen. Vanwege een handsbal van Sergio Ramos ging de bal op de stip en vanaf elf meter tekende voormalig Oranje-jeugdinternational Haris Medunjanin voor de 1-3. Een comeback van de thuisclub zat er echter niet in. Integendeel, door twee doelpunten van Gareth Bale en de voltooiing van de hattrick van Ronaldo liep Real uit naar 1-6. Vlak nadat Toché er 2-6 van had gemaakt, bepaalde Javier Hernández met twee schitterende pegels de eindscore op 2-8.

Real Madrid komt door de winst op zes punten en staat daarmee voorlopig vijfde. FC Barcelona gaat met de volle negen punten aan de leiding. De Catalanen gaan zondag op visite bij Levante.