Servische hoogwaardigheidsbekleders leggen alle schuld van het veelbesproken drone-incident bij Albanië. Ivica Dacic, minister van Buitenlandse Zaken van Servië, omschrijft de actie tijdens de EK-kwalificatiewedstrijd in Belgrado als een 'politieke provocatie'. Gedurende het duel tussen Servië en Albanië vloog dinsdagavond een van afstand bestuurbare minihelikopter met een Albanese vlag het stadion binnen. Het incident leidde tot hevige ongeregeldheden, waarop arbiter Martin Atkinson een einde aan de wedstrijd maakte.

Volgens Servische media werd de broer van de Albanese premier Edi Rama tijdens het duel gearresteerd in een VIP-box van het stadion. Hij wordt ervan verdacht de 'stunt' met de drone te hebben bedacht en uitgevoerd. Na verhoor werd Rama weer vrijgelaten. "Het was een pure politieke provocatie", briest Dacic. "Als iemand uit Servië zoiets in Albanië doet, dan buigt de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zich daarover."

Goran Milanovic, vicevoorzitter van de Servische voetbalbond, zegt begrip te kunnen opbrengen voor de reacties van Servische fans, die het veld betraden en hun woede koelden op de Albanese internationals. "Stel je eens voor dat Duitsland in Tel Aviv tegen Israël speelt en daar een vlag met hakenkruizen en een hoofd van Adolf Hitler zichtbaar wordt. Een vergelijkbare situatie is er nu bij ons voorgevallen."

De Nederlandse official Harry Been fungeerde als UEFA-waarnemer bij het duel. "De omstandigheden waren zodanig dat verder voetballen niet meer mogelijk was. Ik kan niets zeggen over de schuldvraag. Ik zal rapporteren aan de UEFA, evenals de scheidsrechter en veiligheidsadviseur. De UEFA beslist dan wat er moet gebeuren."

Bij de wedstrijd waren geen Albanese supporters aanwezig. Beide landen onderhouden een gespannen relatie vanwege de situatie in Kosovo, dat een grote Albanese populatie kent maar niet als onafhankelijke staat wordt erkend door Servië.