Rafael van der Vaart geldt inmiddels en een aantal jaren als een gevestigde naam in het internationale voetbal, maar kan zich de tijd waarin hij zijn doorbraak beleefde nog goed herinneren. Hij weet nog goed dat hij de Benjamin van het Nederlands elftal was. "Ik was in het begin het enige broekie."

"Stam, Davids, Kluivert; dat waren echte grote mannen", zegt Van der Vaart in Metro over zijn eerste periode bij Oranje. "Ik was topscorer van de Eredivisie, maar scheet in mijn broek. Zat je naast Davids bij het eten, nou dat was geen pretje. Nu zijn de ouderen in de minderheid. En sta je al op de cover van een blad als je er vijf maakt", stelt de middenvelder van Hamburger SV, die inmiddels al 109 interlands op zijn naam heeft staan.

Van der Vaart vindt dat hij bij Ajax in een bijzondere lichting zat. "Eens in de zoveel tijd heb je zo'n lichting als de onze. Sneijder, De Jong, Heitinga en ik sloegen bij Ajax in als een bom. Puur talent. Plus karakter", aldus de Oranje-international, die niet alleen maar wilde doen wat de coach hem voorkauwde: "Je moet jezelf trouw blijven. Er zijn zoveel trainers die zeggen: je moet dit en je moet dat. Dan denk ik: ja die 200 goals die achter mijn naam staan, die heeft geen trainer gemaakt. Mensen willen in het stadion een hakje zien, zo zet je jezelf op de kaart. Nou doe dat gewoon. Zo houd je er ook plezier in."