Zeven maanden na dato is duidelijk geworden dat Robin van Persie in aanloop naar het WK kampte met een blessure. De aanvaller kreeg in de oefenwedstrijd tegen Wales, vlak voor vertrek naar Brazilië, last van zijn lies. De kwetsuur werd stilgehouden, maar Van Persie maakte zich grote zorgen.

In De Telegraaf blikt Van Persie terug op het moment dat hij de liesblessure opliep. De bedoeling was dat hij tegen Wales voor het eerst weer een hele wedstrijd zou spelen, na een tijdje uit de roulatie te zijn geweest met een knieblessure, maar dat lukte niet. "Na een half uur verstijfde opeens mijn linkerlies. Dat had ik nooit eerder meegemaakt. De bondscoach en ik realiseerden ons dat dit een streep door de rekening was. De dagen erna had ik heel veel last. Toen ik in het vliegtuig naar Brazilië stapte, was ik bezorgd. Heel bezorgd, als ik eerlijk ben."

Omdat de verwachtingen rond het team toch al laag waren, werd besloten om de blessure geheim te houden. Een kwetsuur van de aanvoerder zou het vertrouwen bij het jonge Nederlands elftal verder doen afnemen. "Niemand wist het. Wij, de bondscoach, de medische staf en ik, wilden niemand ongerust maken. Het mocht echt niet uitlekken dat ik problemen had. De belangen waren op dat moment echt te groot. Er speelden te veel dingen om op dat moment open kaart te spelen. Nu kan ik daar natuurlijk wel open over zijn. Maar toen was ik continu aan het communiceren met de coach, met de dokter, met de fysio's wat nu de beste keuze was."

Van Persie was uiteindelijk op tijd fit en maakte tegen Spanje zijn inmiddels legendarische zweefkopgoal.