Barcelona heeft de roerige week zondag op de best denkbare wijze afgesloten. In het eigen Camp Nou versloegen de Catalanen - bij de hand genomen door Lionel Messi - concurrent Atlético Madrid met 3-1. Barcelona nadert Real Madrid door de zege tot op één punt, Atlético maakt een pas op de plaats.

Barcelona bevond zich deze week op het randje van een crisis. De 5-0 zege van afgelopen donderdag in het bekerduel met Elche in de achtste finale van de strijd om de Copa del Rey had trainer Luis Enrique al wat lucht verschaft. Voor die wedstrijd ging het vooral over de verstoorde relatie tussen Messi en Luis Enrique. Zondag zette Barça de weg naar boven voort.

Een hoofdrol was er voor scheidsrechter Undiano Mallenco. De arbiter leek zijn bril te zijn vergeten. Hij zag een forse tackle op Neymar over het hoofd en had bij de 2-0 van Barcelona niet door dat Messi de bal met de hand meenam. Ook gaf Mallenco Atlético in de tweede helft een strafschop toen Messi zijn tegenstander wel erg lichtjes raakte.

Niet alleen Messi, maar ook de overige leden van het supertrio - Neymar en Luis Suarez - maakten indruk. De Uruguayaan gaf al in de 12de minuut al struikelend de assist bij de 1-0 van Neymar. Het tweede doelpunt, dat ook al in de eerste helft viel, kwam van de voet van de oud-Ajacied zelf. Hij ontving de bal van Messi, die daarbij wel zijn arm gebruikte.

Barcelona bleef ook in het vervolg de bovenliggende partij, maar schoot niet met scherp. Mario Mandzukic deed dat wel toen hij in de 57ste minuut een presentje kreeg. Hij mocht vanaf 11 meter aanleggen en schoot feilloos raak. Het doelpunt van de Kroaat gaf Atlético hoop. De regerend landskampioen voerde de druk op, maar scoorde niet meer. Messi deed dat drie minuten voor tijd wel en bezorgde zijn ploeg de dikverdiende zege.

Door de zege is het gat tussen Barcelona en Atletico 3 punten in het voordeel van de Catalanen. Real Madrid is koploper. De ploeg uit de hoofdstad van Spanje heeft een punt meer dan Barcelona en bovendien nog een duel minder gespeeld.