Voor het eerst heeft Steven Defour gereageerd op het misselijkmakende spandoek dat te zien was in de wedstrijd tussen Standard Luik en Anderlecht. Standard-fans toonde het afgehakte hoofd van de oud-speler van hun club, met daarbij de tekst 'Red of Dead'. De beelden gingen de hele wereld over en leidden tot een golf van verontwaardiging, maar Defour zelf was in eerste instantie niet heel erg geschrokken.

"Ik wist voor de wedstrijd dat ze een spandoek over mij zouden laten zien. Ik herinner me dat ik er eerst om moest lachen. Pas na de wedstrijd realiseerde ik me de draagwijdte ervan", zegt hij in het Sport/VoetbalMagazine. "Voor de rest is het aan de bevoegde instanties en de scheidsrechter om een beslissing te nemen."

Defour begrijpt de boosheid van Standard-fans, maar vindt dat acties tegenwoordig vaak te ver gaan. "Als ik supporter van Standard was en één van mijn idolen zou bij Anderlecht tekenen, dan zou ik ook kwaad zijn. Maar ik merk een escalatie van geweld in de maatschappij - niet alleen in het voetbal. Men overschrijdt grenzen tegenwoordig, men gaat alsmaar verder. Vroeger werden spelers uitgefloten, daarna uitgescholden, vervolgens kregen ze voorwerpen naar hun hoofd gegooid en tegenwoordig gooien ze met bommetjes."