Mocht men bij Atlético Madrid nog enige aspiraties hebben gehad op de titel, dan lijken deze zondagavond in rook te zijn opgegaan. De regerend kampioen van Spanje kwam op visite bij Sevilla niet verder dan de brilstand, waardoor de achterstand op nummer twee FC Barcelona vijf punten is geworden en het gat met koploper Real Madrid later op de avond negen punten kan worden, als de stadgenoot van Villarreal wint.

In het eigen Estadio Ramón Sánchez Pizjuán was Sevilla de betere ploeg. Dat kreeg bijna al snel gestalte, toen Carlos Bacca een inzet door Atlético-doelman Miguel Ángel Moyà gekeerd zag worden. Even later zorgden de bezoekers voor het eerst voor gevaar. Antoine Griezmann, de afgelopen weken dé man in vorm bij de Madrilenen, zag zijn vrije trap net over het doel van Sevilla belanden. Vicente Iborra was voor rust het meest dicht bij een voorsprong namens Sevilla, hij raakte de paal.

In de tweede helft werd een kopbal van Sevilla-speler Alejandro Arribas van de lijn gehaald, alvorens Griezmann voor de tweede keer dicht bij een treffer was na goed voorbereidend werk van de ingevallen Fernando Torres. Gescoord werd echter niet in Andalusië.

Er was sprake van een grimmig duel, met veel overtredingen en weinig voetbal. Maar liefst elf spelers kregen een gele kaart van scheidsrechter Carlos Clos Gomez.