Voor Bayern München was het woensdagavond een koud kunstje om de kwartfinale van de DFB Pokal te bereiken. De Duitse recordkampioen ontdeed zich in de eigen Allianz ArenA zonder enige problemen van Eintracht Braunschweig, de nummer zes van de 2.Bundesliga. Het is de derde keer achter elkaar dat Bayern met 2-0 van deze opponent heeft gewonnen.

Coach Pep Guardiola koos in het bekerduel met de tweedeklasser 'gewoon' voor de sterkste opstelling. Dat betekent uiteraard dat Arjen Robben ook opgenomen was in de startformatie. De Nederlandse flankenflitser kwam, voor de verandering, niet tot scoren in de thuiswedstrijd. Hij werd tien minuten voor het einde van het duel naar de kant gehaald. Bayern wist op routine verder te bekeren, dankzij een fraaie vrije trap van David Alaba op slag van rust en een doelpunt van Mario Götze in de tweede helft.

De laatste keer dat Bayern door een club uit de 2.Bundesliga werd uitgeschakeld in het Duitse bekertoernooi was in het seizoen 2003/2004. Destijds wist Alemannia Aachen voor een sensatie te zorgen. Het lukte Braunschweig niet. De club degradeerde vorig seizoen uit de Bundesliga, waarin het destijds tweemaal met 2-0 ten onder ging tegen Bayern. Dat was dit keer dus wéér het geval. Zodoende maakt Bayern nog steeds kans op de achttiende bekerwinst in de clubhistorie en de derde bekerwinst op rij.

Voor vierdeklasser Kickers Offenbach zit het bekersprookje erop. Borussia Mönchengladbach was door doelpunten van Max Kruse (strafschop) en Patrick Hermann met 0-2 te sterk. Roel Brouwers maakte de negentig minuten vol bij Gladbach.