FC Barcelona heeft in de return van de achtste finales van de Champions League opnieuw gewonnen van Manchester City. De Catalaanse grootmacht was in het eigen Camp Nou met 1-0 te sterk voor de regerend kampioen van Engeland. Dat was slechts een magere afspiegeling van de verhoudingen op het veld. De ploeg van trainer Luis Enrique was in de eerste wedstrijd eveneens de beste (1-2).

Het publiek in Barcelona kon weer eens genieten van een avond waarin Lionel Messi het ouderwets op zijn heupen had. De Argentijnse sterspeler vermaakte de supporters met verschillende prachtige dribbels, passes en panna's. De hoogstandjes van Messi dreven de spelers van Manchester City geregeld tot wanhoop. Enkele keren hanteerde de Engelse ploeg de botte bijl om de wervelende aanvaller af te stoppen. Tot opluchting van de eigen achterban liep Messi daarbij geen schade op.

Na ruim een half uur spelen kreeg Barcelona - met Josep Guardiola als aandachtig toeschouwer op de tribune - alsnog loon naar werken. Messi vond de vrijstaande Ivan Rakitic, die de bal met een bekeken boog over Hart werkte: 1-0. Luis Suarez verzuimde de thuisploeg vlak voor rust aan een tweede doelpunt te helpen. Vrij voor het vijandelijke doel ging de inzet van de oud-Ajacied tegen de paal.

Dat het bij 1-0 bleef was, was uiteindelijk een wonder. Suarez trof in de slotfase nog de lat en Hart wist in ogenschijnlijk geslagen positie een doelpunt van Messi te voorkomen. Na de uitschakeling van Manchester City is het doek voor alle Engelse clubs in de achtste finales gevallen. Barcelona voegt zich als derde Spaanse club bij de deelnemers aan de kwartfinales.