De opmars van Arsenal in de Premier League blijft maar voortduren. De formatie van Arsene Wenger won de voorgaande zes duels in de competitie en wist die uitstekende reeks vandaag (zaterdag) een vervolg te geven. In eigen huis werd er overtuigend gewonnen van Liverpool, dat de topvier nu uit het oog is verloren. Voor The Gunners is de situatie een stuk rooskleuriger. De ploeg is door de driepunter gestegen naar plek twee.

Voor Liverpool was de wedstrijd in Noord-Londen er één die eigenlijk gewonnen moest worden, met het oog op het verdelen van de tickets voor Champions League-voetbal. Al snel werd echter duidelijk dat winnen in het Emirates Stadium een lastige klus zou worden voor de mannen van Brendan Rodgers. Arsenal schoot uit de startblokken en blies Liverpool in het eerste kwartier van het veld.

The Reds hadden helemaal niets in te brengen in de openingsfase en zochten uiteindelijk met een 3-0 achterstand de kleedkamer op. De Arsenal-treffers werden gemaakt door Hector Bellerín, Mesut Özil en Alexis Sánchez. De drie doelpunten vielen in de acht minuten voor rust. Toch mocht de ruime voorsprong met rust enigszins verassend worden genoemd. Liverpool overleefde het moeilijke eerste kwartier, waarin Aaron Ramsey een dot van een kans liet liggen, en kwam daarna beter in de wedstrijd. De bezoekers hadden zelfs de leiding kunnen nemen, maar Lazar Markovic legde oog in oog met de doelman de bal niet goed breed op de vrijstaande Raheem Sterling.

Daarmee was de koek nog niet op voor de aanwezige supporters, want aanvaller Alexis Sánchez deed ook nog een duit in het zakje. Hij kwam in blessuretijd naar binnen en kegelde met zijn rechtervoet de bal hard door het midden in het doel. Door de 3-0 ruststand was het duel eigenlijk al beslist, al kwam Liverpool nog wel terug in de wedstrijd. In de tweede helft schoot aanvoerder Jordan Henderson van elf meter raak, nadat Sterling werd neergelegd in het strafschopgebied.