Het is onbestaanbaar dat de presidentsverkiezing van de FIFA komende vrijdag gewoon doorgaat. Dat vindt hoogleraar sport en recht Marjan Olfers. Zij vindt het onbegrijpelijk dat de verkiezingsstrijd tussen huidig preses Sepp Blatter en tegenkandidaat Ali bin al-Hussein niet uitgesteld wordt, vanwege het omkoopschandaal dat als een grauwe sluier over de wereldvoetbalbond hangt.

"Dat is aan de mensen op straat niet uit te leggen", zegt Olfers in het Algemeen Dagblad. "Met de arrestatie van enkele FIFA-officials, onder wie niet de minsten, staat die organisatie enorm onder druk. Dat heeft hoe dan ook effect op de positie van de hoogste baas, Sepp Blatter. In een normale organisatie zou hij nu in zijn positie pas op de plaats maken, een grondig intern onderzoek laten uitvoeren naar wat er precies in zijn organisatie gaande is en daarna eventuele conclusies trekken", weet de hoogleraar sport en recht.

Blatter doet alsof zijn neus bloed en wil gewoon aanblijven, omdat hij niet betrokken zou zijn bij de corruptie. "Vaak genoeg sneuvelt de topman als blijkt dat er in een organisatie een cultuur is ontstaan waarin witwassen en corruptie gemeengoed zijn. Ook al heb je er als hoogste baas niet direct aan bijgedragen, het is toch onder jouw leiding gebeurd. Dat zie je ook in de bankwereld. Blatter keert het nu om. Hij waant zich in de verkiezingsstrijd in een veilige haven en hoopt zijn uitverkiezing er door te drukken. Door vooral maar te benadrukken dat hij niet is opgepakt. Het is maar zeer de vraag of landen die Blatter steunden hun standpunt wijzigen, zij zijn ook verbonden in allerlei ruilmodellen. Wint Blatter alsnog dan zal hij zeggen: Zie je wel, ik heb brede steun, de meerderheid vertrouwt me, het is nu aan mij om schoon schip te maken."