In het kamp van PEC Zwolle heerste donderdag kort voor de bekerwedstrijd tegen Feyenoord grote paniek. De Blauwvingers zagen eerste doelman Kevin Begois geblesseerd uitvallen in de warming-up, waardoor Mickey van der Hart zijn opwachting moest maken onder de lat. Een wisselkeeper had PEC vervolgens niet, omdat derde keeper Boy de Jong in geen velden of wegen te bekennen was.

De Jong is de derde doelman van de club en was daardoor niet verplicht om mee te reizen naar de Kuip. Door de blessure van Begois was hij ineens wel nodig. "Ik kreeg een half uur voor de wedstrijd een telefoontje van de keeperstrainer met de vraag of ik in de buurt van Rotterdam was. Bijvoorbeeld bij mijn familie in Den Haag", reconstrueert hij bij Omroep West.

"Helaas zat ik nog in Zwolle. In overleg hebben we besloten om niet met hartslag tweehonderd naar de Kuip te rijden, omdat ik er dan toch pas in de tweede helft zou zijn." Daardoor moest Trent Sainsbury, verdediger van beroep, als reservekeeper fungeren. Na het telefoontje baalde De Jong als een stekker dat hij zijn club niet kon helpen. "Ik voelde mij schuldig, maar ik kan er helemaal niets aan doen. Het is niet verplicht om mee te gaan. Jan Joost van Gangelen deed op FOX Sports ook nog een oproep alsof ik mijn telefoon niet op zou nemen. Dat klopt helemaal niet. De keeperstrainer had mij direct te pakken."

Dit weekend zit De Jong wel op de bank in Rotterdam-Zuid, als PEC het zondagmiddag in de competitie wederom opneemt tegen Feyenoord. Mickey van der Hart is dan net als donderdag de eerste doelman.