Bij PSV is de logica dit seizoen ver te zoeken. Hoe beter de tegenstander, hoe beter de landskampioen voor de dag komt. Of de tegenstander nou Feyenoord, Ajax en Manchester United heet, in de krakers haalt PSV het beste in zichzelf naar boven. Treft het daarentegen een minder aansprekende of kwalitatief minder sterke ploeg, dan is het een kwestie van aanmodderen. Het leidde zaterdag tot puntenverlies tegen Excelsior: 1-1.

Even verscheen een glimlach op het gezicht van Luuk de Jong. "Dus wil je nou zeggen dat we geen kampioen gaan worden?", vroeg hij plagend, nadat hem gevraagd werd naar het geluk dat kampioensploegen vaak afdwingen. Neem PSV vorig seizoen. Hoe slecht of matig het soms ook speelde, telkens pakte het drie punten. Soms onterecht, soms met meer geluk dan wijsheid en soms door een goal in de laatste minuut. Maar winnen deed het (bijna) altijd. "Dat was in het kampioensjaar bij FC Twente ook", weet De Jong. "Alles valt dan goed."

"In zulke wedstrijden moet je de hoop bij de tegenstander weghalen", weet De Jong. "Door het beslissende tweede doelpunt te maken. Doe je dat niet, dan blijft de tegenstander leven. En dan zal je altijd zien dat de tegengoal nog valt ook. Zo zuur", baalt hij. Het verschil met vorig seizoen, toen PSV uitblonk in het veiligstellen van een resultaat, is schrijnend. "We moeten zorgen dat we zo snel mogelijk weer in die flow van vorig seizoen komen, dat we tegenstanders geen hoop geven. Tegenstanders moeten voelen dat er niets te halen valt."

Feit is echter dat het doelpunt, na slordig balverlies, aan de andere kant viel. "Misschien is het wel goed dat dit nu gebeurt", verzucht de gelouterde spits van PSV. "Nu is voor iedereen nog duidelijker dat we bepaalde dingen anders moeten aanpakken. Andere keuzes maken in de slotfase van een wedstrijd, bijvoorbeeld."

Het goede nieuws voor PSV op deze teleurstellende avond: de volgende wedstrijd, komende woensdag in de Champions League tegen het Duitse VfL Wolfsburg, is weer een echte kraker. Succes verzekerd?

Door: Roland Mather