In Spanje wordt al weken gepraat over El Clásico, maar FC Barcelona en Real Madrid moesten zondag eerst nog de generale winnen. Dat lukte de Catalanen wel, maar de sterrenformatie uit Madrid ging verrassend onderuit op bezoek bij FC Sevilla. De Europa League-houder won met 3-2. Door de eerste nederlaag van het seizoen begint Real Madrid over twee weken met drie punten achterstand aan de beladen kraker.

Omdat FC Barcelona eerder op de dag Villarreal met 3-0 opzij had geschoven, lag de druk bij Real Madrid. De Koninlijke moest winnen om weer in punten gelijk te komen met de aartsrivaal. Sergio Ramos gaf als aanvoerder het goede voorbeeld in de eerste helft en deed dat bovendien op prachtige wijze. De 29-jarige verdediger zette Real Madrid vanuit een hoekschop met een halve omhaal op voorsprong (0-1).

Zonder Ramos gaf Real Madrid de voorsprong vervolgens uit handen. Kiko Casilla, de doelman van Real Madrid, greep mis bij een hoekschop, waardoor Ciro Immobile bij de tweede paal kon toeslaan (1-1). De Italiaanse spits was ook na zijn treffer een plaag voor de Madrileense defensie, die moeite had om overeind te blijven.

Fernando Llorente gooide de wedstrijd een kwartier voor tijd in het slot. De Spaanse spits, afgelopen zomer overgekomen van Juventus, kon onvoorstelbaar vrij een voorzet vanaf de rechterflank tegen de touwen koppen (3-1). De Colombiaanse middenvelder James Rodriguez maakte in blessuretijd de aansluitingstreffer voor Real Madrid, maar die kwam te laat voor de grootmacht om nog een punt uit het vuur te slepen (3-2).