Na het gelijkspel van vorige week bij Valencia leek FC Barcelona de winnende draad in La Liga weer op te gaan pakken. De Catalanen namen zaterdag in de thuiswedstrijd tegen Deportivo la Coruna een 2-0 voorsprong, maar zagen de bezoekers in de slotfase terugkomen tot 2-2.

Na iets meer dan een uur spelen had FC Barcelona dankzij twee fraaie doelpunten een 2-0 voorsprong in handen in het eigen Camp Nou. Lionel Messi opende zes minuten voor rust de score uit een vrije trap, in de 61ste minuut verdubbelde Ivan Rakitic de marge. De Kroatische middenvelder trof doel met een hard afstandsschot. Luis Suarez dacht enkele minuten eerder al voor de 2-0 te zorgen, maar zijn doelpunt werd - ogenschijnlijk onterecht - afgekeurd wegens buitenspel.

In het laatste kwartier knokte Deportivo zich terug tot een gelijkspel. De kustbewoners hadden voor rust, bij een 0-0 stand, al een grote kans gekregen. Toen faalde Jonathan Rodríguez nog oog in oog met Barça-keeper Claudio Bravo. In de 77ste minuut was het wel raak. Lucas Pérez tekende voor de aansluitingstreffer na een pass van Miguel Cardoso.

Pérez dacht twee minuten voor de 2-1 ook al te scoren, maar toen ging het feest niet door wegens buitenspel. Pérez werkte de bal in de rebound in het doel, na een schitterend schot met veel gevoel vanaf de rand van het penaltygebied van Cardoso tegen de lat. Álex Bergantiños bepaalde in de 86ste minuut de eindscore op 2-2. FC Barcelona zocht daarna nog wel naar het winnende doelpunt, maar deze bleef uit.

FC Barcelona moet door de remise vrezen dat Atlético Madrid later dit weekend langszij komt in het klassement. De nummer twee van de ranglijst speelt zondag thuis tegen Athletic de Bilbao. Real Madrid kan eveneens zondag de achterstand op FC Barcelona verkleinen tot twee punten, al moet het daarvoor wel de lastige uitwedstrijd tegen Villarreal winnen.