De wereld ziet er in één week tijd weer heel anders uit voor Louis van Gaal. Na de klinkende zege in de Europa League boekte het geplaagde Manchester United zondagmiddag ook een knappe overwinning op Arsenal: 3-2. Marcus Rashford was met twee doelpunten én een assist opnieuw de grote man bij The Red Devils.

Donderdag was het eindelijk weer eens ouderwets smullen op Old Trafford. Hoewel het 'slechts' tegen FC Midtjylland was, speelde de grootmacht oogstrelend voetbal met de jonge aanvallers Memphis Depay en Marcus Rashford voorop. De grote vraag was natuurlijk hoe de piepjonge ploeg zich zou houden tegen het grote Arsenal, dat in tegenstelling tot Manchester United nog volop strijdt om de landstitel en actief is in de Champions League.

Hoewel Memphis donderdag de man van de wedstrijd was, bleef Rashford de grootste verrassing. De 18-jarige spits debuteerde glansrijk met twee doelpunten en liet drie dagen later zien zeker niet genoegen te nemen met één mooie avond. Rashford nam Manchester United zelfs als een volleerde routinier bij de hand.

The Gunners vochten zich wel rap terug in de wedstrijd. Danny Welbeck, die tot 2014 nog voor Manchester United speelde, verzorgde vijf minuten voor de rust de aansluitingstreffer. Daardoor kon de wedstrijd ineens weer alle kanten op.

In de tweede helft kraakte het defensieve duo Blind-Carrick soms wel, maar het hield stand. Ander Herrera breidde in de 65ste minuut de marge weer uit naar twee, nadat Rashford het overzicht goed had bewaard. Mesut Özil bracht de spanning opnieuw terug in de wedstrijd, maar tot groot genoegen van Van Gaal sleepte zijn ploeg de drie punten over de streep. De achterstand op nummer vier Manchester City is nu drie punten, maar de stadgenoot heeft nog wel een wedstrijd tegoed.