Manchester City heeft voor het eerst in de clubgeschiedenis de kwartfinale van de Champions League bereikt. In het eigen Etihad Stadium verdedigde het team van Manuel Pellegrini met succes de 3-1 voorsprong uit de heenwedstrijd tegen Dinamo Kiev. De bezoekers uit Oekraïne kwamen niet in de buurt van een stunt en moesten genoegen nemen met 0-0 in Manchester.

De bezoekers hadden zelf minimaal drie goals nodig om kans te hebben op plaatsing voor de volgende ronde. Een echt offensief bleef echter uit. City-keeper Joe Hart hoefde in de eerste helft alleen in actie te komen om een rollertje van Lukasz Teodorczyk op te pikken. Andrei Jarmolenko en Oleg Goesjev waren hun tegenstanders af en toe te snel af op de vleugel maar tot echte kansen leidde dit niet.

Het stadion in Manchester was niet volledig gevuld en de fans die hadden besloten om thuis te blijven kregen ook in de tweede helft gelijk. Pas na een uur was er voor het eerst een echt schot op doel te bewonderen. Navas, die tot dat moment geen bal goed had geraakt, teisterde de binnenkant van de paal na een schuiver met rechts. Even leek de wedstrijd daarna toch nog los te branden toen Jarmolenko een minuut later Hart testte na een klassieke actie naar binnen en een schot met links, maar daarna kabbelde de wedstrijd naar het einde. Hart moest nog één keer ingrijpen na een schot van dichtbij van oud-speler van ADO Oleksandr Jakovenko. Het eindsignaal van de scheidsrechter wat erop volgde was een bevrijding voor alle aanwezigen in het stadion.