FC Utrecht kan komende zondag voor de vierde keer in de clubhistorie de nationale beker in de wacht slepen, als het Feyenoord treft in de finale in De Kuip. Foeke Booy weet hoe het is om als trainer van de Domstedelingen de prijs te winnen en komt met een mooie herinnering over het feest in 2003.

Op de terugreis na het winnen van de beker op 1 juni 2003 was het een dolle boel, zo blikt Booy terug in gesprek met het Algemeen Dagblad. In de bus zat de coach voorin en hij keek regelmatig even naar achteren. "En toen begon dat klappen weer, van heel langzaam naar heel snel. Zoals ze je weleens bij een atletiekgala hoort als een hoogspringer over een bepaalde hoogte wil springen en de hulp van het publiek inschakelt. Dat gebeurde bij ons in de bus. En dan kwam Pascal Bosschaart weer poedelnaakt van achteren naar voren door die bus gerend en iedereen maar op zijn blote kont slaan. En niet zachtjes hè. Dirk Kuyt, Harald Wapenaar, Stijn Vreven. Ze mepten er op los", lacht Booy.

Bosschaart vond het mooi om zijn kleding uit te doen als er een uitwedstrijd gewonnen werd. "Maar na de finale in de Kuip moesten we stoppen voor een stoplicht en opeens zagen die gasten de bus met spelersvrouwen zo onze bus in kijken. Hebben we Bosschaart zich maar snel weer aan laten kleden", knipoogt Booy, die destijds met Utrecht in de finale met 1-4 van Feyenoord won.