Sevilla mag zich voor het derde achtereenvolgende seizoen winnaar van de Europa League noemen. In een finale met twee gezichten trokken de Spanjaarden tegen Liverpool aan het langste eind. De titelhouder had geen verlenging nodig in Basel en won na ruim 90 minuten met 3-1.

Sevilla wist op voorhand natuurlijk dat het een ongekende prestatie kon neerzetten. Liverpool snakt op zijn beurt al jaren naar een prijs, iets tastbaars. Daarvoor moest Jürgen Klopp vanaf dit seizoen voor gaan zorgen, de man die Borussia Dortmund van de afgrond naar grote successen bracht. Het begin van de allesbeslissende finale was in ieder geval voor hem en zijn ploeg. Daniel Sturridge was al vroeg dichtbij op aangeven van Nathaniel Clyne, maar de spits kon niet genoeg richting meegeven. Zijn inzet kon nog net worden weggehaald door naamgenoot Daniel Carrico.

De goal van Sturridge was het begin van een rode aanvalsdrang. Terwijl Clyne een zeer gevaarlijke voorzet afleverde, werd een treffer van Dejan Lovren afgekeurd wegens buitenspel. Liverpool leek daarnaast recht te hebben op minstens één strafschop. Meerdere malen zagen we een handsbal aan de kant van de Spanjaarden, maar scheidsrechter Jonas Eriksson zag het niet gebeuren of vond het te zwaar om naar de stip te wijzen. Sevilla was opgelucht toen het rustsignaal klonk, ondanks de achterstand.  

Dat het na de pauze zomaar een ander verhaal kan zijn, bewees Sevilla ook in St. Jakob-Park in Basel. Meteen vanaf het fluitsignaal kwam het ijzersterk uit de startblokken. Ever Banega fungeerde als belangrijke schakel op het Spaanse middenveld. De ervaren Argentijn zorgde telkens voor intercepties en een snelle voortzetting.

Ook al was er nog een halfuur voor Liverpool om opnieuw voor zo'n gekke ommekeer te zorgen; de Spanjaarden waren heer en meester en maakten het bijna nog erger voor Klopp en zijn mannen. Het bleef uiteindelijk bij 3-1, waardoor Sevilla opnieuw de Europa League-titel pakt en Liverpool met lege handen achterblijft, ondanks het feit dat het dit seizoen twee finales speelde.