Portugal kroonde zich zondag tot de verrassende winnaar van het Europees kampioenschap in Frankrijk, terwijl Antoine Griezmann er met de topscorerstitel vandoor ging. Hij scoorde zesmaal, liefst twee keer zoveel als iedere andere speler. De meeste assists werden gegeven door Aaron Ramsey en Eden Hazard: vier. Welke individuele spelers blonken uit op andere terreinen?

James Chester en Pepe onderschepten de meeste ballen: negentien in totaal, terwijl Kamil Glik de bal het vaakst wegwerkte uit de gevarenzone: 52 keer in vijf wedstrijden, zo valt te achterhalen via WhoScored. Een landgenoot van Glik, Michal Pazdan, schreef ook een defensief EK-record op zijn naam: hij blokte negen schoten, het meest van alle spelers. 

De speler die het meest op doel schoot, is geen verrassing: Cristiano Ronaldo. Met 45 schoten waagde hij veel meer doelpogingen dan topscorer Griezmann, die het 28 keer probeerde. Hazard passeerde het vaakst zijn directe tegenstander. Maar liefst 24 speelde hij een directe tegenstander uit, eenmaal vaker dan Gareth Bale.

Ondanks dat de finale aan hem voorbijging, verstuurde Toni Kroos met afstand de meeste passes van het toernooi: 642, minstens 174 meer dan alle andere spelers. Ook het aantal keer dat een speler een teamgenoot in stelling bracht werd bijgehouden tijdens het EK. Dat lukte Dimitri Payet het vaakst: 24 keer.