Toen PEC Zwolle in korte tijd te maken kreeg met meerdere knieblessures, werd onderzocht of het kunstgras in het stadion daar de oorzaak voor vormde. De conclusie was dat de ondergrond geen invloed had en Zwolle besloot om niet over te stappen op natuurgras. Volgens inspanningsfysioloog Raymond Verheijen is de kans op blessures op kunstgras wel degelijk groter.

"Het grootste verschil zit in de demping, die is bij kunstgras een stuk minder. Met name de gewrichten hebben daar onder te lijden", zegt hij in gesprek met Radar. "Bovendien zorgt de stugheid van het kunstgras ervoor dat je bij het afremmen eerder stilstaat dan op natuurgras. Je knie, hamstring en achillespees worden daardoor veel meer belast en dat levert sneller blessures op. Met name bij mensen die al een keer een zware blessure hebben opgelopen zullen op kunstgras eerder klachten optreden."

De KNVB schetst een ander beeld. "Wij willen dat iedereen op een gezonde en veilig manier kan voetballen. Zowel op natuurgras als kunstgras. In die keuze is een vereniging vrij." De bond geeft aan dat het uiteindelijk de gemeente zijn die het besluit nemen voor de aanleg van een veld. Volgens de KNVB zijn er onderzoeken uitgevoerd naar de blessuregevoeligheid op beide velden. Daaruit kwam naar voren dat er geen verschillen bestaan.

Ook Radar voerde een onderzoek uit. Het televisieprogramma vroeg 7.000 mensen naar hun ervaringen met kunstgras. Eenderde van de respondenten stelde op kunstgras vaker blessures op te lopen dan op natuurgras. Daarbij ging het echter vooral om schaafwonden en open wonden en niet om spierblessures.