Na achttien speelronden in de Primera División kunnen we concluderen dat Jorge Sampaoli iets moois neer aan het zetten is bij Sevilla. Hij heeft zich met de houder van de Europa League tussen de drie Spaanse topclubs gewrongen en na de knappe 2-1 overwinning op koploper Real Madrid worden de Andalusiërs zelfs als een outsider voor de landstitel genoemd.

Door een benutte pingel van Cristiano Ronaldo kwam Sevilla in het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán met 0-1 achter, maar daarna kantelde de wedstrijd volledig door een eigen goal van Sergio Ramos en een fraai last-minute doelpunt van Stevan Jovetic. Zodoende kwam er een einde aan de ongeslagen reeks van veertig wedstrijden van Real Madrid. Door de winst staat Sevilla, dat dit seizoen nog maar drie keer verloor, met één punt minder dan Real Madrid op de tweede plaats. De voorsprong op FC Barcelona is één punt, Atlético Madrid staat vier punten onder Sampaoli en co.

"We waren in staat om van de koploper te winnen en op één punt achterstand van ze te komen", zegt een trotse Sampaoli na afloop van de comeback. "Dat we zo'n wedstrijd kunnen neerzetten tegen een ploeg als Real Madrid, geeft onze spelers een flinke boost. Ik hoop dat we deze lijn door kunnen trekken en dat we vaker zo kunnen spelen. Het is knap, tegen een team dat zo lang ongeslagen was. En het was ook nog verdiend."

"Als we clubs als Real Madrid pijn kunnen doen, dan kunnen er nog geweldige dingen gebeuren. We waren superieur. De sleutel tot succes was dat we nooit opgaven. Ik heb de wedstrijd met veel emotie beleefd", besluit Sampaoli.