Eerder dit seizoen verloor FC Utrecht voor eigen publiek met 1-5 van FC Groningen en dus aasde de ploeg op revanche, zei coach Erik ten Hag in aanloop naar de ontmoeting van zaterdag in het Noordlease Stadion. Daarvan was voor de pauze echter maar weinig te merken. Utrecht ging rusten met een 2-0 achterstand, maar won desondanks toch: 2-3.

"In de eerste helft waren wij onherkenbaar. Alles wat we hadden afgesproken, werd niet nagekomen. Je zag het al bij de aftrap, die klungelig verliep", moppert Ten Hag op de clubwebsite. Dat trok hij zichzelf aan. "Het is ook de taak van de coach om ervoor te zorgen dat een team goed aan de wedstrijd start. Het is deze keer niet gelukt het team goed aan de start te krijgen. We waren er gewoon niet. We hielpen FC Groningen in de wedstrijd, waren aan de bal slordig, hadden niet de juiste veldbezetting. Het was van alles niks."

"In de rust hebben we aan de instelling gesleuteld en een wissel toegepast: Wout Brama voor Mark van der Maarel. Ik had er op dat moment bij wijze van spreken wel elf kunnen wisselen", vervolgt Ten Hag. In de tweede helft toonde Utrecht veerkracht. "De ploeg heeft de rug gerecht, het werd een andere wedstrijd. Al moesten we wel een paar kansen toestaan, we kregen er zelf ook de nodige. Na de 2-1 zag je dat de tegenstander schrok en achteruit ging lopen. Toen volgde de 2-2 en ook de 2-3."

Ten Hag noemt zichzelf na de ommekeer 'een gelukkige trainer': "We hebben een directe concurrent verslagen met 2-3, na een 2-0 achterstand bij rust".