Feyenoord heeft bij de rechtbank in Den Haag een cruciale zege geboekt rondom de transfer van Graziano Pellè naar Southampton, dat meldt De Telegraaf. De club kreeg een gigantische naheffing van de Belastingdienst, maar door de overwinning van de Rotterdammers wordt deze teniet gedaan.

Ook Ajax (voor de transfer van bijvoorbeeld Jan Vertonghen) en PSV (Memphis Depay en Georginio Wijnaldum) profiteren waarschijnlijk mee van de overwinning van Feyenoord, aangezien er gelijke zaken lopen. Zij werden in het verleden op dezelfde manier getroffen door een klap aan belastingen vanuit de Belastingdienst. Het is bovendien voordelig voor de concurrentiepositie van de Nederlandse clubs tegenover de rest van Europa.

Wat was er precies gebeurd? De Belastingdienst besloot een paar jaar terug om een paar gigantische naheffingen uit te voeren op transfers, waarbij de getransfereerde speler een forse vertrekpremie kreeg. Een regel die voornamelijk werd opgesteld om de graaicultuur binnen de bankenwereld te bestrijden. Echter werd de naheffing (van 75 procent) dus ook toegepast in het voetbal, wanneer spelers een dergelijke regeling hadden met hun club.

Zo werd met bijvoorbeeld Pellè, Vertonghen en Depay afgesproken, dat zij bij bepaalde prestaties een deel van hun transfersom meekregen. Op deze manier konden de clubs een beetje opboksen tegen de grote salarissen uit de Europese topcompetities. Echter kwam er dus een naheffing van 75 procent, bovenop de eerder 52 procent aan belasting. Hierdoor betaalden de clubs in kwestie ineens 127 procent belasting over de vertrekpremies.

Volgens Toon Gerbrands, de algemeen directeur van PSV, is deze zege dan ook een gigantische doorbraak voor de clubs. "We hebben hier hartstikke hard voor geknokt. Met Ajax en Feyenoord zijn we destijds meer dan eens naar Den Haag gegaan om de politiek duidelijk te maken hoe krom deze belastingregel was. Het gaat bij PSV om zeker vijf miljoen euro. Men luisterde naar onze argumenten, gaf ons overal gelijk in, maar niemand wilde actie ondernemen."