Anderhalve maand na dato blikt Marc Bartra terug op het heftige incident dat plaatsvond bij de spelersbus van Borussia Dortmund, voor de kwartfinale van de Champions League tegen AS Monaco. De Spaanse verdediger raakte door een explosie gewond aan zijn hand. In gesprek met Antena 3 blikt Bartra terug op het nare moment.

Door de explosie ging het glaswerk van de spelersbus van Dortmund kapot. Een stuk glas sneed langs de arm van Bartra, die meteen naar het ziekenhuis gebracht moest worden. De wedstrijd werd met een dag uitgesteld. "Toen ik in de ambulance zat zou het mij niet uitmaken als ze mijn arm eraf moesten halen. Ik was alleen maar blij dat ik nog leefde", zegt Bartra volgens Marca op de bovengenoemde radiozender.

"Ik had veel pijn in mijn arm en de dokter zei na de operatie dat ik een maand lang niet kon spelen. Het was ongelofelijk", vertelt de oud-speler van FC Barcelona. "Ik had geluk dat het een schone breuk was en dat de zenuwen en banden niet beschadigd waren. Mijn hand hing erbij, die kon ik niet bewegen. Ik schreeuwde door de angst en de pijn. We wisten niet of er nog een aanval zou plaatsvinden", aldus Bartra. "Ik wilde in slaap valelen omdat ik me niet goed voelde, maar de fysio's hielden me wakker door me tegen mijn gezicht aan te tikken. Ik kalmeerde mezelf door aan mijn dochter te denken, met mijn ogen open. Ik huilde en keek uit het raam."

"Dit wens je niemand toe", vervolgt Bartra. "Ik was in shock en was duizelig. Er kwam veel bloed bij kijken. Ik herinner alles me nog goed en ik voel me sterk als ik er over praat", besluit de verdediger van Dortmund.