Nederland gaat steeds meer achter de feiten aanlopen in het Europese club- en landenvoetbal, maar Willem van Hanegem wil nog niet geloven dat de andere landen al definitief afstand hebben genomen van ons voetballand. De voormalig international denkt, mede dankzij de talenten die eraan komen, dat Nederland nog wel een rooskleurige toekomst tegemoet kan zien.

Van Hanegem erkent in zijn wekelijkse column in het Algemeen Dagblad dat het krachtsverschil met de clubs uit de grootste buitenlandse competities groter en groter wordt. "Maar al die mensen die roepen dat we definitief zijn afgehaakt... vermoeiend", verzucht De Kromme. "Heb je Stefan de Vrij zien verdedigen tegen Juventus (1-2 winst voor Lazio, red.)? IJzersterk, los van het feit dat ik me doodergerde aan die mensen die riepen dat die gozer gewoon niet graag voor Oranje wil spelen. Als iemand graag wil, is hij het juist", aldus Van Hanegem. "Net als Georginio Wijnaldum. Bij Oranje presteerde hij minder, maar de mensen die hem nu wegzetten als een prutser, kijken nooit naar Liverpool."

En met de volgende lichting zit het ook wel goed, denkt Van Hanegem. "En er komt echt talent aan, hoor, al is het nog piepjong. Myron Boadu van AZ is pas 16 jaar, maar een enorm talent. Tahith Chong is 17 en één van de grootste talenten bij Manchester City. En wie Xavi Simons aan het werk heeft gezien in de jeugd van Barcelo­na, moet blij zijn geworden. Al is hij pas 14 jaar", aldus Van Hanegem. "Daarnaast hebben we strijders nodig. Zag je Sven van Beek als invaller het mes tussen de tanden hebben na een lijdensweg van anderhalf jaar? Dat maakte indruk. Meer dan de prestaties van Feyenoord, Ajax en PSV bij elkaar", vindt de oud-international.

Feyenoord-beloften

Van Hanegem spreekt zich verder ook nog uit over 'zijn cluppie' Feyenoord. Hij zegt dat hij te doen had met Renato Tapia, die door een spierblessure met tranen in de ogen van het veld ging bij PEC Zwolle-thuis (0-0). "Het blijft gewoon jammer dat spelers die naast het elftal komen te staan bij Feyenoord qua wedstrijdritme in een diepe put vallen", zegt Van Hanegem, die doelt op het ontbreken van een beloftenploeg in de Jupiller League. "Daar zei Martin van Geel onlangs over dat hij qua geld liever Dirk Kuyt haalde dan dat hij een elftal in de Jupiler League had spelen. Dan denk ik: ja, Kuyt wel ja, maar ik had bijvoorbeeld liever niet Colin Kazim Richards in de Kuip gezien en wel een tweede elftal onder normale omstandigheden. De naam Kuyt noemen, dan wil je de achterban bespelen. Bovendien is iets tóch doen waar je eerst geen heil in zag, geen schande."