Het Europese avontuur van Ajax zit er op. De Amsterdammers mochten na een 2-2 in Amsterdam tegen Inter nog hoop koesteren op een plaats in de kwartfinale, maar in Milaan waren de Italianen duidelijk een maatje te groot. Nadat Adriano eerder in de wedstrijd al een strafschop had gemist, zorgde Dejan Stankovic in de tweede helft voor het enige doelpunt van de wedstrijd. Hierdoor mag niet Ajax, maar Inter in de kwartfinale van de Champions League aantreden tegen het Spaanse Villarreal.

Met Ajax vond dinsdag ook de laatste Nederlandse vertegenwoordiger in een Europees toernooi haar waterloo. Nadat al eerder Feyenoord, Willem II, SC Heerenveen, AZ en PSV sneuvelden, kwam in Milaan een einde aan de Europese aspiraties van Ajax. De ploeg van Danny Blind moest in het goed gevulde Giuseppe Meazza-stadion winnen van Inter om door te bekeren, maar slaagde er geen seconde in om de Italianen in de problemen te brengen.

Net op het moment dat Ajax de eerste aanvalsgolf leek te hebben overleefd, hielp arbiter Fröjdfeld de thuisploeg een handje. Ajax-aanvoerder Lindenbergh kreeg de bal in het strafschopgebied tegen zijn hand, waarna de Zweedse scheidsrechter de bal op de stip legde. Normaal gesproken zijn dit soort buitenkansjes een kolfje naar de hand van Adriano, maar tot ontzetting van heel Inter faalde de Braziliaan ditmaal. Doelman Stekelenburg lag al in de verkeerde hoek, maar de inzet van Adriano verdween naast het Amsterdamse doel.

Na deze treffer was de wedstrijd gespeeld. Ajax leek te beseffen dat het nog twee maal zou moeten scoren om de volgende ronde te bereiken en tegen de hechte Italiaanse defensie was dat een vrijwel onmogelijke opgave. Inter geloofde het op zijn beurt wel en speelde de wedstrijd professioneel uit. De alom bewierookte Ajax-spits Huntelaar kwam in het hele stuk niet voor en alle Amsterdamse pogingen werden door de Inter-verdediging vakkundig in de kiem gesmoord.