De economen van ABN Amro hopen dat Italië komende zomer de WK-titel grijpt. Een eindoverwinning van de ploeg van coach Marcello Lippi zou de beste impuls opleveren voor de wereldeconomie.

Dat schrijven de economen in hun rapport Soccernomics 2006. ABN Amro bestudeert traditiegetrouw de economische gevolgen van grote internationale voetbaltoernooien. Daarbij gaan zij uit van de positieve gevolgen voor de economie van het winnende land.

Volgens de berekeningen moet de winnaar van het WK in Duitsland uit Europa komen. De economische impuls van een overwinning van de Verenigde Staten zou de onbalans in die economie verder vergroten. En in de Aziatische landen dreigt bij winst het gevaar van oververhitting. De sterkste voetballanden uit Latijns-Amerika hebben als nadeel dat hun economieën op wereldschaal weinig voorstellen.

Binnen Europa pleiten de economen voor een finale tussen Duitsland en Italië, omdat beide zwaargewichten economisch flink op achterstand staan. Een teruglopende industriële productie, een laag ondernemersvertrouwen en de noodzaak van economische hervormingen levert het pleidooi op voor een Italiaanse zege.

Het nadeel van de door ABN Amro voorgestelde finale is dat het herstel in Duitsland in de kiem wordt gesmoord. De geschiedenis leert dat de nummer twee op een WK juist economische groei moet inleveren.

Uit economisch oogpunt kan bondscoach Marco van Basten maar beter niet met de bokaal aan de haal gaan. De Nederlandse economie is te klein, waardoor de rest van de wereld nauwelijks kan profiteren van de verwachte opbloei na een wereldtitel voor Oranje.