Volgende maand mag Barcelona in Parijs gaan proberen om voor de tweede keer in de historie de Champions League te winnen. De ploeg van trainer Frank Rijkaard hield in een enerverend duel AC Milan op 0-0. Door de eerdere uitzege (0-1) is Barcelona naast Arsenal de andere finalist in de meest lucratieve Europese competitie.

Na de aangename openingsfase bleef het spel in de eerste helft heen en weer golven. Beide ploegen hanteerden een hoog tempo en waren constant op jacht naar een doelpunt. Barcelona had een veldoverwicht, maar de Italianen bleven gevaarlijk met snelle counters. De ploeg van trainer Carlo Ancelotti toonde, ingegeven door het 0-1 verlies in eigen huis, meer aanvallende aspiraties dan gewoonlijk. Uit een afgeslagen hoekschop kreeg Andrei Shevchenko voor de rust nog een uitgelezen mogelijkheid. De Milan-spits, met negen goals de topschutter in de Champions League, schoot op het randje van buitenspel in het zijnet.

Na ruim een uur spelen greep Milan-coach Ancelotti in. Hij bracht vlak na elkaar Cafu en Rui Costa binnen de lijnen voor Costacurta en Gennaro Gattuso om meer diepgang in zijn ploeg te krijgen. Direct na de entree van Rui Costa leek Shevchenko met een kopbal te scoren. De treffer werd afgekeurd omdat Shevchenko Carles Puyol een lichte duw gaf. Over de beslissing van de Duitse scheidsrechter mocht Barcelona absoluut niet klagen.