Het is de laatste weken uitgegroeid tot een nationale discussie: wie moet er het komende EK in de spits staan bij Oranje? Robin van Persie? Klaas-Jan Huntelaar? Of toch allebei? Je zou daarbij bijna vergeten dat bondscoach Bert van Marwijk nóg een spits meegenomen heeft naar Polen en Oekraïne. Luuk de Jong maakt zich echter geen illusies, hij kent zijn rol. “Ik moet er staan als er iets gebeurt.”

“Daar was het.” Luuk de Jong wees naar één van de twee doelen in het stadion van Wisla Krakow, de komende weken de vaste trainingsplek van het Nederlands elftal. Bij die ene, daar voor het uitvak. Daar maakte hij dit seizoen met FC Twente één van de mooiste doelpunten uit zijn carrière, een omhaal. “Het was een afgeslagen corner, geloof ik. De bal kwam bij Denny Landzaat, die in één keer voor gaf. Achter me zag ik Willem Janssen nog vrij staan om te koppen, maar ik dacht: 'die bal komt zo lekker, ik probeer het gewoon.' Het was een aardig doelpunt”, lacht hij tegen FCUpdate.nl.

Bang voor een ontevreden bankzitter hoeft Van Marwijk bij De Jong niet te zijn. De spits van FC Twente geniet met volle teugen van het EK-avontuur. “Prachtig om mee te maken. En ook om te trainen met jongens als Van Persie en Huntelaar. Daar leer ik van, geweldig om te zien hoe bijvoorbeeld Huntelaar kansen afmaakt.” Toch heeft De Jong op Van Persie en Huntelaar één streepje voor. “Zij hebben in dit stadion nog niet zo mooi weten te scoren zoals ik deed tegen Wisla”, besluit hij met een knipoog.