Het was 1 februari en Maarten Stekelenburg baalde als een stekker. Hij wilde weg bij AS Roma en kon naar Fulham, maar de transfer ketste op het laatste moment af omdat de Italiaanse club geen vervanger voor hem kon vinden. Nu, een week of zes later, ziet de wereld er heel anders uit. Stekelenburg is weer eerste keeper in Rome en denkt niet meer aan een transfer. "Ik zie geen reden om weg te gaan."

Inmiddels kan Stekelenburg vrij nuchter praten over zijn mislukte overstap naar Fulham. Dat was op 1 februari van dit jaar nog heel anders. “Dit voelt in meerdere opzichten als een zware tegenvaller. Ik had er echt zin in om bij Fulham aan de slag te gaan. Ik baal er dus echt van dat het niet doorgaat. Het is een klap, waar ik even tijd voor nodig heb om die te verwerken”, zei de doelman een dag na het verstrijken van de transferdeadline op de website van Sport Promotion, zijn management.

Een half jaar op de bank leek in het verschiet te liggen voor Stekelenburg, maar een week later was de situatie honderdtachtig graden gedraaid. Trainer Zdenek Zeman, de man die Stekelenburg uit het doel gehaald had, werd ontslagen. Eén van de eerste dingen die zijn opvolger Aurelio Andreazzoli deed, was Stekelenburg terug in het elftal zetten. Met succes, want al snel volgde de ommekeer. Van Sampdoria werd nog verloren, maar daarna pakte Roma dertien punten uit vijf duels. Ineens staat de ploeg weer vijfde lonkt een plek in de Europa League of zelfs Champions League.

Op het moment dat hij weer in het vliegtuig terug naar Rome zat, schoot ook door Stekelenburgs hoofd dat hij mogelijk maanden niet opgeroepen zou worden voor Oranje. Want wie niet speelt bij zijn club, komt onder Louis van Gaal ook niet bij de nationale selectie. “Logisch, natuurlijk”, vindt de keeper. “Daarom wilde ik ook zo graag naar Fulham, omdat ik iedere week wilde spelen en bij Oranje wilde blijven.”

Omdat hij bij Roma nu weer eerste doelman is, zit Stekelenburg inmiddels ook gewoon weer bij de nationale ploeg. En waarschijnlijk staat hij de komende interlands, tegen Estland en Roemenië, onder de lat. “Dat weet ik niet, dat moet je aan de bondscoach vragen”, lacht de 54-voudig international. “Ik zie wel. Ik ga er de komende dagen in ieder geval alles aan doen om te laten zien dat ik graag eerste keeper ben.”