Na drie verloren edities op rij is Ajax er dit jaar wel in geslaagd om de Johan Cruijff Schaal te winnen. Tegen bekerwinnaar AZ leek het opnieuw mis te gaan voor de ploeg van coach Frank de Boer, maar het wist een 2-0 achterstand om te buigen in een 2-3 overwinning. In de verlenging maakte Siem de Jong de winnende goal.

De winst kwam Ajax toe, want het liet in de traditionele openingswedstrijd van het seizoen het betere voetbal zien. Maar gemakkelijk ging het niet, zeker omdat Ajax in de eerste 45 minuten vergat om het veldspel om te zetten in kansen of doelpunten. Het ging, met name aanvallend, allemaal nog wat moeizaam bij de Amsterdammers.

Niet alleen Bojan, heel Ajax was niet efficiënt genoeg. In de eerste 45 minuten had de ploeg een groot veldoverwicht, maar de meeste Amsterdamse aanvallen strandden ergens rond de Alkmaarse 'zestien'.

Met die 2-0, dik twintig minuten voor tijd, leek AZ de buit binnen te hebben. Een eigen doelpunt van Gouweleeuw, enkele minuten later, blies de partij echter direct nieuw leven in. De nieuweling, overgekomen van SC Heerenveen, verlengde zonder tegenstander in de buurt een vrije trap van Christian Eriksen. Ajax rook bloed en amper vijf minuten later was het al gelijk. Kolbeinn Sigthórsson scoorde, nadat AZ-doelman Esteban een schot van Toby Alderweireld niet goed verwerkte.

Na de gelijkmaker van Sigthórsson werd in reguliere speeltijd niet meer gescoord, waardoor er voor het eerst sinds 1995 verlenging moest komen in een wedstrijd om de Johan Cruijff Schaal. Daarin bleek een doelpunt van Siem de Jong, aan het eind van de eerste helft, beslissend. Hij kopte een voorzet van Christian Eriksen binnen en bezorgde zijn ploeg daarmee de achtste Johan Cruijff Schaal uit de geschiedenis.