Artur Boruc, doelman van Southampton, deed vrijdag een gewaagde uitspraak door te stellen dat zijn ploeg goed genoeg is om zich te plaatsen voor de Champions League. Dat zal in Engeland tot enige hilariteit hebben geleid, maar zaterdag onderstreepten The Saints dat ze weldegelijk ambities hebben. Ze brachten koploper Liverpool de eerste nederlaag van het seizoen toe. Op Anfield werd het 0-1.

Liverpool speelde voor rust maar weinig klaar voor eigen publiek. Steven Gerrard stichtte uit een vrije trap het enige gevaar, maar die werd gered door Boruc. Na 53 minuten strafte Southampton Liverpool af voor de lakse houding.

Dejan Lovren knikte uit een corner de 0-1 binnen. Gerrard wist de bal bij één van de doelpalen niet weg te werken. Liverpool kon ook daarna amper kansen creëren, waardoor Southampton de drie punten simpel over de streep trok. Via Luke Shaw werd het nog bijna 0-2, maar hij stuitte na een solo op keeper Simon Mignolet.

Met tien punten uit vijf wedstrijden gaat Liverpool nog wel aan kop in de Premier League, maar de concurrentie komt later dit weekend nog in actie. Southampton, waar Jos Hooiveld op de bank bleef, heeft nu acht punten en staat vijfde.

Everton klom naar de vierde plek. Het team uit Liverpool zegevierde, met John Heitinga op de bank, met 2-3 bij West Ham United. Zeven minuten voor tijd stond West Ham nog met 2-1 voor, maar de tweede gele kaart van Mark Noble bleek het keerpunt. Met elf tegen tien boog Everton de achterstand om in een 2-3 overwinning. Leighton Baines (2) en Romelu Lukaku waren trefzeker voor The Toffees.

Newcastle United bleef in de middenmoot hangen. De noorderlingen bogen thuis, ondanks een 2-1 voorsprong bij rust, met 2-3 voor Hull City. Ahmed El Mohamady en Sone Aluko waren verantwoordelijk voor de ommekeer namens de promovendus. Vurnon Anita en Tim Krul speelden de volle negentig minuten bij Newcastle United.