Maurice Steijn, trainer van ADO Den Haag, zat na 45 minuten vol ongeloof in de dug-out. De oefenmeester vond zijn ploeg in de eerste helft van het uitduel met PEC Zwolle prima spelen, maar zag desondanks een 3-0 achterstand op het bord staan. Uiteindelijk zegevierde Zwolle met 6-1.

"Dit was typisch zo'n middag waarop alles mislukt", baalde Steijn na afloop bij FOX Sports. "In de eerste helft hebben wij, denk ik, ook kansen gehad op de 0-1 en de aansluitingstreffer. Ook wil ik de regelgeving wat betreft handsballen voor een leeg doel nog wel even zien."

Daarmee doelde Steijn op een handsbal van Joost Broerse. De Zwolle-speler veranderde met de hand een Haags afstandsschot van richting. Anders was het in de ogen van Steijn een doelpunt geweest. "Als het op vijf meter van het doel gebeurt, wordt het bestraft. Nu, op twintig meter, niet. Leg mij het verschil maar uit. Volgens mij was het een doelpunt, maar zeker weten doe ik het ook niet. Ik ken de regel niet, daarin moet ik wel heel eerlijk zijn."

"Bij rust had het volgens mij ook 3-3 kunnen staan", vervolgde Steijn. "Dan hoop je alsnog snel 3-1 te maken, maar het werd 4-0 en toen was het helemaal beslist. Dit was zo'n duel waarin alles tegenzat. Je mist je eerste en tweede aanvoerder, Danny Holla en Vito Wormgoor, Gianni Zuiverloon valt in de warming-up geblesseerd uit en in de tiende minuut moet je al je keeper (Gino Coutino, red.) wisselen. Daardoor kom je met heel jonge jongens te staan. Het verlies komt ook door onervarenheid, maar dat neemt niet weg dat we een slechte wedstrijd hebben gespeeld."