Arjen Robben heeft vanmiddag (zaterdag) maar weer eens zijn grote waarde voor Bayern München getoond. De aanvaller scoorde twee keer en had daarmee een groot aandeel in de 4-0 zege op Hannover 96, dat geen schijn van kans had tegen de regerend kampioen. Borussia Dortmund blameerde zich in eigen huis. De equipe van Jürgen Klopp verloor met 0-1 van Hamburger SV, dat door de zege de laatste plaats heeft verlaten.

De landskampioen kwam goed uit de startblokken en stond al na zes minuten op voorsprong. Robert Lewandowski scoorde op aangeven van Rafinha de openingstreffer. Arjen Robben verdubbelde zeven minuten later de marge, door na geschutter in de defensie van Hannover de bal in de hoek te werken: 2-0. Lewandowski besliste het duel al voor rust, door na voorbereidend werk van Xherdan Shaqiri de 3-0 aan te tekenen. In de slotfase van het duel maakte ook Robben nog zijn tweede van de middag, waardoor Bayern de koppositie in de Bundesliga heeft verstevigd.

Zo gemakkelijk als het Bayern verging, zo moeizaam verliep het voor Borussia Dortmund. De topclub, dit seizoen toch al worstelend met de vorm, verslikte zich in eigen stadion in Hamburger SV, dat voor deze speelronde met twee punten onderaan stond. Pierre-Michel Lasogga scoorde tien minuten voor rust de enige treffer. HSV, dat zonder Rafael van der Vaart speelde, staat nu op twee punten van Dortmund, dat met zeven punten uit zeven duels teleurstellend dertiende staat.

Klaas-Jan Huntelaar was trefzeker voor Schalke 04, maar zag zijn team onderuit gaan op bezoek bij 1899 Hoffenheim, dat verrassend tweede staat. Tarik Elyounoussi, oud-speler van sc Heerenveen, opende na dertien minuten de score, Adam Szalai maakte niet veel later de 2-0. Huntelaar scoorde in de 83ste minuut tegen, maar verder kwam Schalke niet. De ploeg stond op dat moment al met tien man, na een rode kaart van Joël Matip.