Internazionale heeft zichzelf zondagmiddag een goede dienst bewezen in de Serie A. De Nerazzurri drukten in het eigen Giuseppe Meazza het dit seizoen verrassend sterk presterende Genoa kopje onder: 3-1. De formatie van coach Roberto Mancini is derhalve al vier wedstrijden op rij ongeslagen in competitieverband. Waar het met Inter wat beter lijkt te gaan, is bij Genoa het tegenovergestelde het geval: het wist al vier wedstrijden niet meer te winnen.

Inter is dit seizoen niet meer dan een grijze middenmoter in Italië, waardoor de clubleiding het nodig vond om de selectie te injecteren met de nodige kwaliteit. Met Lukas Podolski en Xherdan Shaqiri vonden de Milanezen twee spelers die de ploeg van de gewenste impuls kunnen voorzien. Podolski debuteerde tegen Genoa, hij speelde de gehele wedstrijd.

Effectiviteit was troef bij Inter. Wat betreft het veldspel was de ploeg niet veel beter dan de Genovese opponent, maar doelpunten van Rodrigo Palacio en Mauro Icardi zorgden in de eerste helft voor een comfortabele voorsprong. In het tweede bedrijf kroop Genoa wat uit haar schulp. Maxime Lestienne raakte de lat, Armando Izzo maakte vijf minuten voor tijd de 2-1. Nemanja Vidic gooide de wedstrijd vlak voor tijd in het slot, met zijn eerste competitiedoelpunt voor Inter.

Het verschil tussen Inter en Genoa op de ranglijst kon acht punten worden, maar is nu dus gereduceerd tot twee. De blauw-zwarte club uit Milaan is meerdere plekken gestegen en is op gelijke hoogte gekomen met Palermo. Mancini en co staan nu achtste, één punt achter stadgenoot AC Milan, dat zaterdag met 1-1 gelijkspeelde tegen Torino.