Real Madrid maakt nog steeds kans om haar status als winnaar van de Champions League met succes te verdedigen. De titelhouder versloeg de rivalen van Atlético Madrid met 1-0 in de return, nadat het eerste duel tussen de Madrileense buren in een doelpuntloze remise was geëindigd. De gevierde man bij Real was Javier Hernández, die in de slotminuten de bevrijdende en doorslaggevende treffer wist aan te tekenen.

Het is altijd een zeer beladen wedstrijd, de burenruzie tussen de twee Madrileense clubs. Het is de clash tussen De Koninklijke en de socialistische arbeidersclub, het miljoenenensemble tegen de hard werkende knokkers van coach Diego Simeone. Maar hoe hoog de intensiteit altijd ook is, het duel staat niet garant voor doelpunten. Dat was in het eerste deel van het tweeluik in het Vicente Calderón (0-0) niet het geval en in het tweede stuk ook niet. Na 87 minuten was er nog niet gescoord, waardoor er een verlenging aan te pas leek te moeten komen.

Op het moment van de beslissende treffer stond Atlético met tien man binnen de lijnen. Arda Turan kreeg een kwartier voor tijd zijn tweede gele kaart, nadat hij stevig inkwam op Sergio Ramos, die zich wel wat aanstelde. Zonder Turan werden de ruimtes in de verdediging van Los Rojiblancos groter en daar wist Real dus laat van te profiteren. De tackle van Turan was slechts één van de vele overtredingen die gemaakt werden. Er werden, bij wijze van spreken, meer elleboogstoten uitgedeeld dan dat er kansen gecreëerd werden.

In de halve finale komt Real tegenover FC Barcelona, Juventus of Bayern München te staan.