Na vier uitnederlagen op rij heeft Manchester City in de Engelse Premier League weer eens een driepunter gescoord op vreemde bodem. De formatie van manager Manuel Pellegrini verliet White Hart Lane in Londen zondag met een 0-1 zege op Tottenham Hotspur.

De laatste uitoverwinning van Manchester City in de competitie dateerde van 11 februari, toen Stoke City met 1-4 werd verslagen. Daarna stapten The Citizens nog in de bus voor bezoekjes aan Liverpool, Burnley, Crystal Palace en Manchester United, maar telkens keerden ze met lege handen huiswaarts.

Het begin bij Tottenham Hotspur was ook niet hoopgevend voor Manchester City. De ploeg, die eerder op de dag door Chelsea werd onttroond als landskampioen, begon heel matig in Londen en de thuisploeg kreeg al snel een aantal mogelijkheden om de score te openen. Die werden echter niet benut. Het gaf Manchester City de gelegenheid om zich te herpakken en beter in de wedstrijd te komen.

De bezoekers toonden zich in de 29ste minuut wel scherp voor het doel. Sergio Agüero ramde de bal in de korte hoek, na een steekpass van David Silva. De Argentijnse doelpuntenmaker had zeven minuten eerder al een penalty verdiend, maar een duidelijke overtreding van Federico Fazio op zijn landgenoot bleef onbestraft. In de tweede helft nam de druk van Tottenham Hotspur op het doel van Manchester City toe, maar de gelijkmaker bleef uit.

Manchester City staat tweede in de Premier League, met drie punten voorsprong op Arsenal. De Londenaren hebben echter nog twee wedstrijden tegoed. Tottenham Hotspur staat zesde met 58 punten, achtervolger Southampton (57 punten) ging dit weekend eveneens onderuit. Het Sunderland van Dick Advocaat was de manschappen van Ronald Koeman de baas. Zodoende was Liverpool, met een zege op QPR, de grote winnaar van deze speelronde in de strijd om Europees voetbal. Dat team staat nu vijfde met 61 punten.