Het was woensdagavond genieten van het voetbal op de Europese velden. Er werden mooie wedstrijden afgewerkt in onder meer Nederland, Engeland, Duitsland en Spanje. In Italië stond er maar één duel op het menu, maar dit was wel een bijzonder mooie. De bekerclash tussen Internazionale en Juventus liep uit op een geweldig spektakel.

Omdat Juventus het eerste duel in de halve finale van de Coppa Italia in Turijn met 3-0 van Inter gewonnen had, gaf niemand de Nerazzurri nog een kans voor de return in het Estadio Giuseppe Meazza in Milaan. Zeker niet aangezien de ploeg van coach Roberto Mancini in een sportieve crisis zit, met slechts drie overwinningen in de laatste elf officiële optredens.

Toch zorgde Inter voor een ongelofelijke wederopstanding. Marcelo Brozovic gaf hier met een prima schuiver het startschot voor. In de tweede helft maakten Ivan Perisic en nogmaals Brozovic de comeback compleet, door de 2-0 en de 3-0 aan te tekenen. In een knotsgek en enerverend duel met elf gele kaarten en veel kansen draaide het zodoende uit op een verlenging.

In deze extra tijd werd niet gescoord. Vooral Alvaro Morata was namens Juventus héél dicht bij de winnende, maar het zou uitkomen op de koelbloedigheid vanaf elf meter. Daarin bleek de gelouterde ploeg uit Turijn de sterkste te zijn. Rodrigo Palacio werd de schlemiel aan de zijde van Inter, zijn penalty ging snoeihard tegen de lat. Leonardo Bonucci schoot de winnende strafschop binnen.

Voor Juventus wacht een finale tegen AC Milan, op 21 mei in het Stadio Olimpico in Rome. Milan versloeg derdeklasser US Alessandria 1912 in de halve eindstrijd met 0-1 en 5-0. Om alvast de tegenstander in de finale te analyseren, zat Milan-trainer Sinisa Mihajlovic voor Inter-Juventus op de tribunes van Giuseppe Meazza.