Bayern München en Juventus maakten er een waar voetbalfeest van in de achtste finales van de Champions League. In Turijn knokten de Italianen zich na een 0-2 achterstand terug tot een 2-2 gelijkspel en in de return in de Allianz Arena deed Bayern woensdagavond precies hetzelfde. De Duitse recordkampioen schaarde zich uiteindelijk dankzij twee goals in de verlenging bij de laatste acht ploegen in het miljoenentoernooi: 4-2.

Pep Guardiola is dan ook een gelukkig trainer. "We hebben van de finalist van vorig seizoen gewonnen, vier keer gescoord tegen een Italiaanse ploeg en staan in de kwartfinales. Dat is wel een felicitatie aan mijn spelers waard", vindt de keuzeheer van Bayern. In de rust stond hij nog met 0-2 achter met zijn ploeg. "Ik zei tegen de spelers dat ze zich niet nog een tegengoal konden veroorloven, maar dat er van alles kon gebeuren als we zelf zouden scoren."

Uiteindelijk is het typisch Bayern dat het nog doorging naar de volgende ronde. "Het is de Duitse mentaliteit", aldus Guardiola. "Maar het was ook belangrijk dat we via de flanken gingen voetballen, met Franck Ribéry en Douglas Costa. In de tweede helft kregen we de wedstrijd onder controle. Zo zit het voetbal in elkaar: de ene minuut speel je slecht, de volgende minuut is het weer goed."

Guardiola heeft veel respect voor Juventus. "Ze hebben echt een sterk team. Wij begonnen wat nerveus. Als zij de derde goal hadden gemaakt, was het gespeeld. Gelukkig vonden we de aansluiting en kregen we grip. Met name in de extra tijd was er maar één ploeg aan het voetballen, en dat waren wij."