De start van de groepsfase van de Champions League is voor Tottenham Hotspur uitgelopen op een bittere teleurstelling. De Londense club speelde op het prachtige Wembley voor het eerst sinds jaren weer op het hoogste Europese podium, maar AS Monaco was met 1-2 te sterk. In Duitsland hielden Bayer Leverkusen en CSKA Moskou elkaar in evenwicht: 2-2.

Een prachtig aangekleed Wembley – de voetbaltempel was op fraaie wijze omgedoopt tot de thuishaven van de Spurs – kon Tottenham niet inspireren tot een sterk optreden. De formatie van manager Mauricio Pochettino werd afgebluft door Monaco, dat voor het duel in Londen al vijf keer op rij gewonnen had (onder meer met 3-1 van Paris Saint-Germain) en dus in bloedvorm was.

De Monegasken waren vooral effectiever dan de thuisploeg. Bernardo Silva bracht de ploeg uit het prinsdom na een kwartier spelen op voorsprong met een prima schot en zag zijn ploeggenoot Thomas Lemar na een half uur hard in het dak van het doel schieten. Hugo Lloris was tweemaal kansloos. De Fransman is weer terug en houdt Michel Vorm op de bank. Ook Vincent Janssen startte als reserve. De oud-spits van AZ kwam wel als invaller binnen de lijnen.

Tottenham wilde de wedstrijd met powervoetbal weer spannend maken en dat lukte. Toby Alderweireld knikte op slag van rust een corner van Erik Lamela achter de touwen. De Spurts, die een recordaantal bezoekers (85,011) konden noteren bij het duel op Wembley, wisten geen tweede goal te forceren. Janssen, die twintig minuten meedeed, kon ook niet voor het gewenste impuls zorgen.

Bayer Leverkusen leek net als AS Monaco drie punten te kunnen bijschrijven, omdat het dankzij goals van Admir Mehmedi en Hakan Çalhanoglu met 2-0 voor kwam tegen CSKA Moskou. De Russen toonden zich echter veerkrachtig en knokten zich voor rust nog naar een 2-2 eindstand. Alan Dzagoev en Roman Eremenko verzorgden de doelpunten voor CSKA in de BayArena.